Val je thuis eerder dan in een verpleeghuis?

maandag 3 maart 2025

Nu ouderen langer thuis blijven wonen, zijn er meer zorgen over de veiligheid. Stedebouw & Architectuur sprak diverse experts uit de zorgsector hierover en dat in het kader van het Seminar Veiligheid & Vertrouwen, georganiseerd door onze partners van ZorgSaamWonen (11 maart, Amersfoort).

Veiligheid in de zorg gaat over mensen met een zorgvraag in hun eigen huis én in zorginstellingen. En over de kring daaromheen, van zorgmedewerkers tot mantelzorgers, en van architecten tot werknemers bij corporaties en in het vastgoed. Zoals Carolien Vermaas (AAG), die veel te maken heeft met corporatiewoningen en stelt: “Het belangrijkste op het gebied van veiligheid is eerder de sociale veiligheid dan de fysieke. Hoe ga je met elkaar om? Als je goed met elkaar wilt wonen, het goed wilt hebben en goed voor jezelf wilt zorgen, is contact met elkaar de allerbelangrijkste basis. Toch is het schrijnend dat ik zoveel eenzaamheid tegenkom, ook in corporatiewoningen en koopcomplexen met een VVE. Van eenzaamheid wordt niemand blij.”

“Aan de sociale kant luistert het heel nauw. Wat laat je toe en wat niet? Mensen vinden dat lastig: het omgaan met andersdenkenden, die er anders uitzien, met een andere cultuur, achtergrond of taal. Op die manier is die sociale veiligheid altijd wel spannend en ingewikkeld. Ik vind het wel heel mooi hoe mensen uit de zorg- en welzijnssector daar vaak goed op inspelen. Zij gaan dat gesprek aan en kunnen vertrouwen creëren. Ze kunnen bijvoorbeeld goed uitleggen dat die buurman echt gewoon de buurman is. En dat hij misschien één keer de verkeerde afslag nam, of alleen maar uit een ander land komt en een bepaalde historie met zich meedraagt. Als je dat gesprek goed begeleidt, komt die veiligheid en saamhorigheid ook wel”, aldus Vermaas.

Roze koek voor hond

Indringend en illustratief voor de sociale veiligheid is het verhaal van Marion Verhey, namens Zilveren Kruis aanjager van Vertrouwd Thuis en actief voor de beweging van Zorg Naar Gewoon Leven. Ze vertelt over een man die een herseninfarct had doorgemaakt, waarna zijn vrouw - die in huis álles regelde - overleed. Verhey: “Deze man wist zichzelf vervolgens heel slecht te redden en werd dikker en dikker, wat óók gold voor zijn hond. Het is zijn belangrijkste maatje en daarom was het: ‘Ik een roze koek, jij een roze koek’. Het onafscheidelijke duo verorberde de ene na de andere. De hond ging zo steeds slechter lopen, maar dat interesseerde hem niet. Hij zat natuurlijk zwaar in de rouw. Ook de rest van het huishouden werd schromelijk verwaarloosd en dus moest hij eigenlijk verhuizen.”

“We hebben daar toen eerst een leefondersteuner ingezet”, vervolgt Verhey, “en zij achterhaalde wat voor deze man het állerbelangrijkste was: zijn hond. Zij is zich toen op de hond in plaats van de man gaan focussen. En vertelde hem: ‘Als die hond zo belangrijk is, moet je zorgen dat die nog heel lang blijft leven. Dan moet je hem gezonder laten eten, met bijvoorbeeld een eitje in plaats van een koek. Wil je zelf misschien ook een eitje? Zullen we eens een stukje met die hond gaan wandelen en hem samen uitlaten?’ Zo is deze man uiteindelijk helemaal opgebloeid en twintig kilo afgevallen. Hij heeft voor zijn dagelijkse structuur nog steeds ondersteuning nodig, maar heeft veel zelf overgenomen en loopt zelf naar een ontmoetingscentrum. De focus verleggen naar de hond en zijn gezondheid lijkt heel klein, maar is natuurlijk heel groot; anders was hij opgenomen en doodgegaan.”

Anders kijken

Het voorbeeld van Verhey schetst zonneklaar hoe je een schijnbaar hopeloze toekomst alsnog kunt ombuigen en kwaliteit van leven - en ook veiligheid en vertrouwen - kunt toevoegen. Verhey: “Ik ben nu bezig om mensen anders te laten kijken naar de zorg. Dat wij stoppen met procedures voorop te stellen en alles te medicaliseren. We moeten de zorgvraag gaan benaderen vanuit het dagelijks leven. In de zorg gaat het nu vooral over ‘wassen en aankleden’, dus over twintig minuten per dag. Maar wat doe je in die andere 23,5 uur? Zorgprofessionals en de maatschappij moeten anders gaan kijken naar het woord zorg en de zorg niet alleen zien als een medische oplossing.”

“Zo gaan lang niet alle cliënten het in een verpleeghuis beter doen. Een valincident is een belangrijke reden om iemand op te nemen, maar is dat beter? Je haalt zo een ‘oud eikje’ uit diens bekende omgeving met vaak overal steun eromheen. Wij denken dan dat de beschermde leefomgeving van een verpleeghuis veilig is. Maar dat is wel een omgeving met gladde vloeren, grote afstanden, onbekende mensen en veel overprikkeling. Dat is heel vaak helemaal niet beter, afgezien van sommigen waar het thuis echt niet meer kan of onveilig is.”

Meer vallen

Ook Marco van Alderwegen, interim-bestuurder in de zorg (InteraktContour), is die mening toegedaan. “In een verpleeghuis wordt de verwachting gewekt dat meneer of mevrouw 100 tot misschien wel 150 procent veilig is. Dat lukt echter alleen met Zweedse banden, waarmee mensen ooit werden vastgebonden om ze tegen zichzelf te beschermen. Logisch dat mensen na de afschaffing ervan meer zijn gaan vallen, maar terug naar die tijd willen we zeker niet. Met allerlei technologieën is dat nu goed op te vangen, maar de onderliggende driver – 100 procent veiligheid - veranderen we daar niet mee. Wij moeten als sector veel volwassener worden en ons afvragen welke vraagstukken wij nou werkelijk hebben. En daarom het proces omdraaien en innovaties juist zelf aanjagen.” 

Dat vereist van het zorgpersoneel wel een andere mindset, aldus Van Alderwegen. “Mensen die werken in de zorg hebben de overtuiging ‘een dag niet gezorgd, is een dag niet geleefd’. Zorgen voor anderen is hun natuurlijke reflex. Die mindset moet echter om. We moeten niet denken dat we ouderen steeds moeten helpen met de dingen die ze niet meer kunnen. Ouderen, ook met dementie, zijn heel ‘leerbaar’. Je moet daarom juist hun zelfzorg stimuleren. Mensen met dementie hebben echt nog heel veel talenten en die gooien we allemaal weg als ze eenmaal in het verpleeghuis komen.”

Te veel medicaliseren

Met vooral de focus op het zorgpersoneel, stelt Francis Eijsackers (brancheorganisatie SPOT): “Van huishoudelijk ondersteuners in de thuissituatie, dus de hulpen bij het huishouden, wordt veel meer verwacht dan alleen maar het zorgen voor een schoon en leefbaar huis. Dus het thema veiligheid en vertrouwen is voor deze doelgroep keihard nodig, want het gaat om een doelgroep waarvoor geen startkwalificatie noodzakelijk is. Ze krijgen vanuit de organisatie natuurlijk wel een soort welkomsttraining, waarbij je bijvoorbeeld hoort dat je volgens de Arbowet met deugdelijk materiaal moet werken. Dat je niet op een trapje moet gaan staan waarvan één voetje mist. Je moet zelf aan de cliënt het signaal afgeven dat je niet kunt werken met een stofzuiger waarvan het snoer of de stekker met een stukje tape bij elkaar wordt gehouden.”

“Er moet echter ook vanuit de zorgmedewerker vertrouwen zijn naar de cliënt. Die medewerker moet de cliënt niet zien als het ziektebeeld zelf, want anders gaan ze te veel medicaliseren. Iemand met een vergevorderd stadium van dementie heeft een ziekte, maar die persoon is niet zijn ziekte. Die kan op onderdelen nog gewoon een heel waardevolle dag hebben en zelf nog bepalen wat hij wil. Op dit gebied moet een aantal organisaties nog een slag maken. Daarvoor moet je vooral op de werkvloer zijn en luisteren naar de mensen die er dagelijks werken.”

Omdat de thuiszorg ‘er vaak in- en uit vliegt’ is er ten slotte bij calamiteiten ook een grijs gebied. Vermaas besluit: “Daarvoor moeten alle partijen met elkaar om de tafel, ook bewoners, mantelzorgers en naasten. We moeten hen vertellen dat de zorg die moeder of vader krijgt niet hetzelfde is als in een verpleeghuis. Dat geldt wel voor de concrete zaken, zoals een infuus, verband, pilletjes, et cetera, maar de leefomgeving is hún verantwoordelijkheid. Dat betekent dus dat zij vooraf moeten bedenken hoe ze het zelf gaan oplossen als moeder of vader gaat dwalen.”

Ontdek veel meer dit onderwerp tijdens het Seminar Veiligheid & Vertrouwen (11 maart, Amersfoort).

Lees ook:
Wie is verantwoordelijk voor de veiligheid in huis?
Kwaliteit toevoegen: meer welzijn, zingeving en veiligheid
Grenzen aan de veiligheid in de ouderenzorg
‘Zorgmedewerker moet cliënt niet zien als ziektebeeld zelf’

Blijf op de hoogte van al ons nieuws en abonneer je ook op de wekelijkse nieuwsbrief van Stedebouw & Architectuur.

Tekst: Ysbrand Visser
Foto (bovenaan): Shutterstock

 

Reactie toevoegen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Lazy-loading is enabled for both <img> and <iframe> tags. If you want certain elements skip lazy-loading, add no-b-lazy class name.