De Koele Kaart van Rotterdam

woensdag 3 juli 2024

De klimaatverandering brengt naast veel wateroverlast ook hitte en dat heeft enorme implicaties voor de gebouwde omgeving. Binnen Cooling Rotterdam laat Anne Loes Nillesen zien dat er veel verschillende ingrepen mogelijk én nodig zijn. “Architecten ontwerpen hier niet met hitte als uitgangspunt.”

De klimaatverandering brengt naast veel wateroverlast ook hitte en dat heeft enorme implicaties voor de gebouwde omgeving. Binnen Cooling Rotterdam laat Anne Loes Nillesen zien dat er veel verschillende ingrepen mogelijk én nodig zijn. “Architecten ontwerpen hier niet met hitte als uitgangspunt.”

-
Eén van de pilots: zet er bankjes neer en het is een verblijfsplek.

“Om hitte het hoofd te bieden, moeten we steden anders gaan ontwerpen en hitte als belangrijke factor meenemen in gebiedsontwikkeling. Vanuit het Rotterdams Weerwoord, waarin wordt gewerkt aan klimaatadaptatiestrategieën, zochten wij naar de koele plekken in Rotterdam. We kwamen erachter dat hitte een veel grotere opgave is dan we dachten en in de meeste projecten lang niet voldoende meeweegt. Overal staat beschreven dat er meer schaduw moet komen en de stad groener moet worden. Ondertussen zagen wij dat de datasets hiervoor niet altijd op orde waren en dat er strategieën ontbraken. Daarom is er vanaf 2022, binnen Cooling Rotterdam, aanvullend onderzoek gedaan naar het versterken van de hittestrategie voor de stad.

Bijna alle kennis die we opdeden was redelijk nieuw. We zijn in Nederland niet gewend om hittestrategieën te maken en werken vooral met het schot-hagel-principe. Het begint vaak globaal met ‘er moeten meer bomen komen’ en pas daarna wordt bekeken hoe je daar een strategie van maakt. Voor ons was dit het eerste project waar we onderzoek deden naar een stadsbrede strategie met prioriteiten. Dat strategische element was nieuw.

Hittekaarten

We begonnen met het maken van hittekaarten en zagen gebieden met veel verharding die erg heet worden; met name bedrijventerreinen, het centrum en oude stadswijken. Vooral de stadswijken die rond 1900 zijn aangelegd zijn enorm verhard en warmen sterk op. Vervolgens bepaalden we wat belangrijk is voor het creëren van koele plekken. Bedrijventerreinen kunnen dat zelf wel oplossen; wij hebben ons daarom vooral gericht op de inwoners. Daarbij keken we vooral naar gebieden met een bepaalde afstand tot koele plekken op basis van de norm van de World Health Organization: binnen maximaal 300 meter moet iedereen een koele plek kunnen vinden. Vervolgens ontwikkelden we drie strategieën:

  1. Actualiseren data verblijfsplekken;
  2. Vergroten aantal koele plekken;
  3. Vergroten aantal verblijfsplekken.

Ten eerste is het belangrijk de datasets goed op orde te krijgen; waar liggen de (ook informele) verblijfsplekken binnen de stad? Vervolgens kun je koele plekken toevoegen waar die ontbreken, zoals voor het Centraal Station. Daar is geen groen of schaduw en kan het hartstikke heet worden. Je kunt er lekker in de zon zitten, maar wilt wel een keuze hebben tussen wel of niet in de zon zitten. Als derde aspect zagen we dat veel plekken wel koel zijn, maar geen zitmogelijkheden zoals picknickbanken hebben, of slecht bereikbaar zijn. Op deze plekken kun je een koele plek creëren door te zorgen dat dit een verblijfsplek wordt. Dit is een van de pilots geworden: zet er bankjes neer en het is een verblijfsplek.

Opties ingrepen openbare ruimten

Toolbox

We hebben daarna op twee manieren onderzocht wat je op welke plek met verschillende elementen het beste kunt doen:
- door op de schaal van de stad te kijken naar de strategieën: waar zijn onvoldoende koele plekken en zouden meer koele plekken moeten komen?
- vervolgens: hoe kun je dat doen en wat is op welk type koele plek het meest passend?

Meer koelte bereik je op vier manieren: verdamping, schaduw, minder warmte-absorptie - dus minder stenig materiaal - en verkoeling door water. Daarbij hoort weer een toolbox met middelen om dat te bereiken, waaruit vervolgens per wijk kansenkaarten zijn ontstaan.

Een van de interessante conclusies was verder dat vooral private huurders erg kwetsbaar zijn. In het lage-huursegment, in wijken met bouwtechnisch minder goede woningen van private huiseigenaren, wonen vaak huurders die erg kwetsbaar zijn op de thema’s warmte en energie. Zij hebben niet de middelen om zelf iets aan te passen en de huiseigenaren zetten zich ook niet in om hitte te bestrijden.
Ook bij corporaties zagen we dat er nog weinig aandacht is voor hitte. Verder zijn bij woonblokken de laatste tijd veel grote bomen in binnenplaatsen weggehaald. Als mensen een huis kopen, halen ze vaak de grote bomen uit de tuin, om vervolgens in de zomer te ontdekken hoe heet het er wordt.

-
Koele Kaart van Rotterdam

Botsende ambities

We hebben ook opvallende conclusies getrokken op bepaalde plekken in de buitenlucht. Zo zagen we in een wijk als Katendrecht het belang van koele routes, met name voor ouderen en kinderen die kwetsbaar zijn. Verder wil je ook niet in de volle zon staan, als je een kwartier op een tram of bus moet wachten. Zorg ervoor dat dergelijke kritische plekken in de schaduw liggen. In Rotterdam bleek echter dat verschillende ambities dan kunnen botsen. Vanuit het beeldkwaliteitsplan voor nieuwbouw op Katendrecht werd gezegd: zet in op beton en glas, want dat past goed bij een havengebied. Maar dat zijn juist materialen die goed opwarmen. Daar zien we ook dat het vanuit de Vereniging van Eigenaren niet altijd mogelijk is om buitenzonwering te plaatsen, waardoor het er nog warmer wordt.

We waren ook verrast dat plekken met veel gras die in de zon liggen, heel warm bleven. Daar is dan waarschijnlijk te weinig schaduw en wind. Je hebt die schaduw echt nodig. Ook interessant is dat de World Health Organization pas over een echt koele verblijfsplek spreekt als die minimaal 200 vierkante meter aaneengesloten schaduw biedt. Kleinere koele plekken kunnen ook al comfortabel zijn, maar voor voldoende koele plekken heb je dus grote schaduwplekken nodig. Daarom is het ook verbazingwekkend dat er op de kades van Katendrecht bomen zijn geplant die geen groot bladerdek hebben. Zo blijf je vanuit de appartementen zicht op het water houden, maar de routes daar worden juist erg heet. Aan de andere kant heb je bijvoorbeeld de Matenesserlaan. Zo’n oude straat die heerlijk koel is dankzij de hoge bomen aan beide zijden. Daar hebben enkele bewoners echter de gemeente aangeschreven, omdat ze door die bomen ’s zomers niet genoeg licht in huis krijgen.

Gebiedsontwikkeling

We zien overal dat hitte sterk wordt onderschat, terwijl het aantal tropische dagen in de scenario’s snel toeneemt. De gemeente Rotterdam is nu goed bezig om de strategieën te borgen en te vertalen in beleidsregels en -adviezen. Rotterdam wil dit onderwerp ook laten landen in gebiedsontwikkelingsprocessen en eisen voor nieuwbouw. Met meer aandacht voor zowel de openbare ruimte als voor zaken als buitenzonwering. Bij bewoners staat het probleem ook steeds hoger op de prioriteitenlijst.

Rotterdam zelf zou het beste kunnen beginnen met publieke plekken, zoals schoolpleinen en sportcomplexen. Bekijk het meenemen van koele plekken bovendien als ‘kwaliteit’. Nu wordt er vaak gestuurd vanuit andere beleidsopties, zoals het uitzicht, de havenkarakteristieken of het bestemmingsplan. Het meenemen van hitte in ieder project is een belangrijke opgave, zoals dat met regenwater wel steeds meer gebeurt.

Architecten

Vergeleken met echt warme landen ontwerpen architecten hier niet met hitte als uitgangspunt. Enkelen uitgezonderd, die wel goed kijken naar bijvoorbeeld natuurlijke ventilatie. In Singapore krijgen woontorens heel andere vormen, omdat er de wens is dat je altijd de ramen tegen elkaar moet kunnen openzetten. Goed doorluchten is heel belangrijk, maar dat zie ik hier in woontorens nauwelijks.
Nieuwbouw zou zo ontworpen moeten worden dat airconditioning niet meer nodig is of alleen in een kleine ruimte. Dat lukt je met buitenzonwering, minder steenmateriaal, goede isolatie en vooral nachtventilatie. Nu zie je isolerende maatregelen om ’s winters de warmte binnen te houden, zodat het met name door isolerend glas ’s zomers binnen óók warmer wordt. In Singapore wordt de faculteit bouwkunde helemaal natuurlijk geventileerd. Dat moeten wij hier toch ook kunnen?”

  • Koel, Cool, Cooling en Coolsingel
    De naam Cool duikt voor het eerst op in een oorkonde uit 1280 en verwijst naar het ambacht Cool. Een ambacht was ooit de kleinste bestuurseenheid op het platteland. De naam Coolsingel verwijst naar dat ambacht Cool. Tegenwoordig is Cool een wijk in het Rotterdamse centrum. Cooling Rotterdam heeft niets met dat verleden te maken. De Coolsingel is juist niet zo koel, aldus De Koele Kaart van Rotterdam.

Defacto

Anne Loes Nillesen

Stedenbouwkundige Anne Loes Nillisen, in 2006 oprichter van Defacto, richt zich met haar bureau op klimaat, adaptatie en waterprojecten. Tevens is ze hoogleraar aan de TU Delft, waarbij vaak transitieopgaven aan bod komen.

 

Tekst: Ysbrand Visser
Beeld: Defacto